Cesuur B.V.

Kennisgebieden

Gedurende de jaren heb ik gebruik gemaakt van inspiratie en inzichten vanuit heel diverse vakgebieden: taal en semiotiek, bedrijfswetenschappen, biologie en neurowetenschappen, en formele wetenschappen. Soms gaat het om specifieke inzichten en theorieën, steeds speelt de vraag mee hoe binnen het vakgebied het ontstaan van regelmaat onderzocht wordt en welke rol onregelmaat speelt.


Het eerste hoofdgebied van taal en semiotiek en is als fundament te beschouwen. Hoe gebruiken mensen taal, hoe ontwikkelt taal zich? Nog een laag dieper gaat de semiotiek, de theorie van gebruik en interpretatie van tekens. Natuurlijke taal is een voorbeeld van een tekensysteem. Het tekenbegrip gaat echter veel verder dan het gebruik van conventionele tekens. Zodra we "iets" interpreteren, functioneert dat "iets" als een teken wat ergens voor staat, wat iets representeert. Taalgebruik is een voorbeeld daarvan, maar ook een machine (of chef) die "niet lekker klinkt". Verkeersborden, schema's en barcodes zijn voorbeelden van conventionele tekens, en die kunnen beschreven en vanuit documenten geleerd worden. Ervaringskennis van de vakman (bijvoorbeeld een timmerman, een planner of een controller) is gebaseerd op terugkerende patronen, en die worden in de praktijk geleerd door nieuwelingen te laten meekijken. Tekens en tekensystemen zijn gebaseerd op regelmaat en stabiliteit, tekengebruik gaat over de toepassing en interpretatie van tekens onder wisselende concrete omstandigheden.


Binnen mijn onderzoek maak ik onderscheid tussen sociale en formele tekensystemen. Natuurlijke taal is een voorbeeld van een sociaal tekensysteem, het belangrijkste instrument van menselijke communicatie. Taalgebruik en taal verandert in de loop van de tijd met de omstandigheden. Mensen geven betekenis aan taal in context. Een IT systeem is een voorbeeld van een formeel tekensysteem, net als wiskunde en logica. Zo'n systeem kent alleen interne structuur, geen betekenis. Het ontwikkelen van een formeel tekensysteem is mensenwerk (bijvoorbeeld: de ontwikkeling van een IT systeem), wanneer zo'n systeem eenmaal bestaat zijn de tekenprocessen enkel het toepassen van regels (soms ook statistische regels). Context speelt alleen een rol voor zover ze binnen het formele systeem voorzien en geformaliseerd is. Formele systemen kennen zelf geen betekenis hoewel de namen op het scherm dat wel suggereren. Net zoals naamgeving van variabelen binnen de software belangrijk is voor menselijke leesbaarheid, voor de computer is dat betekenisloos.


Het tweede hoofdgebied omvat de bedrijfswetenschappen. Aanvankelijk lag het accent op organisatieleer en economie. Sterk beïnvloed door praktijkervaring is deze invalshoek verdrongen door het vakgebied Industrial Organization en Theory of the Firm. Deze benaderingen stellen het functioneren van een onderneming in zijn omgeving voorop (markten en instituties met hun (in)formele regels en verwachtingen). Recht, in het bijzonder contractrecht, en rechtsmethodologie geven inzicht in het samenspel van geschreven regels en gezaghebbende gewoontes in de verhoudingen tussen handelspartners.


Het derde hoofdgebied omvat biologie en neurowetenschap. De laatste laat zien wat de basis is van onze waarneming en motoriek, en meer elementair de rijke verscheidenheid en enorme complexiteit van ons zenuwstel (het laat ook zien hoe weinig onze computationele modellen van doen hebben met de werking van ons neuronaal stelsel). Biologie levert inzicht en inspiratie voor het bestuderen van regelmaat en uitzonderingen. Evolutieleer en populatiebiologie laten zien hoe soorten ontstaan, veranderen en verdwijnen in de loop van de tijd. Soorten ontwikkelen zich in relatie tot hun omgeving (hun ecosysteem), veranderingen in de omgeving kunnen soortkenmerken binnen een populatie doen veranderen. Dat wil zeggen: niet de "soort" verandert (dat begrip is een abstractie), maar de verhouding van individuele kenmerken binnen een populatie verandert. Biologie laat zien welke rol variabiliteit en ontwikkeling speelt in de natuur, en ook dat begrippen vaak 'rafelige randjes' hebben. Deze inzichten laten zich ook toepassen op ons taalgebruik en op allerlei andere sociale processen en instituties. Wat natuurlijk weer niet tot reductie mag leiden, ook menselijke intenties spelen een rol in  veranderingen.


Het vierde gebied is van de formele wetenschappen waarvan het object formele structuren zijn. Wiskunde en logica vallen hieronder, en ook computer science. Information science daarentegen valt hier niet onder. Het verschil is dat computer science een vorm van toegepaste logica is (Dijkstra: programmeren als onderafdeling van de wiskunde), terwijl information science  gaat over interpretatie en betekenis. Declaratieve semantiek in formele systemen gaat over geldigheid van formele afleidingen binnen het formele systeem, terwijl semantiek in taal gaat over betekenis in de buitenwereld. Natuurlijke taal is een informeel tekensysteem; wiskunde, logica en software zijn voorbeelden van formele tekensystemen. Informele tekensystemen gaan over de relatie tussen systeem en omgeving, formele tekensystemen houden zich alleen bezig met interne structuren en niet met wat daarbuiten is.